Rots staat voor stevigheid, weten wat je wilt, maar kan ook zijn: starheid en te heftige reacties. Water is meer communicatief, inleven, onderhandelen, maar kan ook zijn: te meegaand, geen grenzen kunnen stellen. Beide begrippen hebben dus hun sterke en zwakke kanten. De bedoeling is om van beide het goede te gebruiken. Dus: wel zeggen wat je niet goed vindt en wat je wilt, maar ook luisteren en open staan en compromissen kunnen maken. Sommige kinderen kunnen dus iets meer rots ontwikkelen, anderen meer water.
We oefenen via rots en water oefeningen, dramaspelletjes en rollenspelen in:
Voor jezelf opkomen, op tijd en op een rustige, stevige manier laten merken dat je iets niet wilt
Kunnen merken wanneer een ander niet (meer) leuk vindt wat jij doet of zegt, en dan stoppen
Goed samenwerken: je eigen ideeën ook los kunnen laten, meegaan met de ander. Of juist: zelf met ideeën komen, van je laten horen.
Rustig blijven als je boos bent, op tijd merken dat je boos wordt en eventueel een time out nemen
Ruzies voorkomen of oplossen
Zeggen wat je voelt of denkt
Iets voor een groep durven zeggen of doen
Beter over jezelf denken